De 199 in Nederland bewaarde manuscripten
Op 26 oktober 2019 werd de eerste serie brieven gelanceerd: de 199 brieven waarvan de manuscripten zich in Nederlandse collecties bevinden. Dit gebeurde op initiatief van Het Utrechts Archief, zelf eigenaar van 27 brieven, waarvan 23 “nieuwe”, recentelijk geïdentificeerd door Kees van Strien (1). Bij die gelegenheid is in Het Utrechts Archief een klein symposium georganiseerd, waarvan hier een kort verslag.
Zaterdag 26 oktober 2019 vond in Het Utrechts Archief de eerste lancering plaats van de website Correspondance d’Isabelle de Charrière / Brieven van Belle van Zuylen. Dat gebeurde in de Maand van de Geschiedenis, die dat jaar als thema had: “ZIJ/HIJ”. Het ging nu om de 199 brieven, waarvan de handschriften in Nederland zijn, namelijk in: Nationaal Archief, Rijksarchief Gelderland, Het Utrechts Archief, Koninklijke Bibliotheek en Literatuurmuseum.
Voorafgaand aan de openstelling van de website vond een klein symposium plaats waar vier sprekers ingingen op het belang van Belle van Zuylen en van deze correspondentie – voor het cultuurhistorisch onderzoek, voor de geschiedenis van Utrecht, voor hedendaagse schrijfsters die door Belle van Zuylen’s voorbeeld worden geïnspireerd, en voor “gewone” lezers.
Na een korte inleiding waarin Kaj van Vliet (rijksarchivaris, Het Utrechts Archief) wees op de rol die Belle van Zuylen, samen met Anna Maria van Schurman, speelt in de net vernieuwde vaste tentoonstelling van het Archief, ging Suzan van Dijk (projectleider) in op Belle’s dikwijls (ook in de website van HUA) geciteerde uitspraak “Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid” (als vertaling van “Je n’ai pas les talents subalternes” uit een brief aan James Boswell in juni 1764). Zij merkte op dat de brieven die zich in Nederland bevinden, veelal gericht aan haar eigen Nederlandse familie, ook wel andere kanten laten zien dan alleen die van de “rebelse meid”, ze zijn juist om die reden zeer interessant.
Naar aanleiding van zijn recent verschenen boek Belle van Zuylen: Een leven in Holland, sprak vervolgens Kees van Strien over Gijsbert Jan van Hardenbroek, lid van een Utrechtse regentenfamilie, en enkele van diens vrienden en tijdgenoten, van wie hij dagboeken en correspondenties heeft bestudeerd. Met name deze Hardenbroek kunnen we wel zien als een “slachtoffer van Cupido dankzij Belle”.
Dirk van Miert (leider van het project SKILLNET aan de UU) gaf een bevestigend antwoord op de vraag of Belle van Zuylen ook burgeres was van de toenmalige Republiek der Letteren. Hij vergeleek haar met twee Nederlandse tijdgenotes van Belle, over wie door zijn studenten onderzoek is verricht: Hyleke Gockinga en Etta Palm. Hyleke Gockinga beheerste vele talen, en werd een “tweede Schurman” genoemd. Etta Palm correspondeerde o.a. met raadpensionaris Van der Spiegel (die ook in brieven van Belle van Zuylen voorkomt). Zij woonde ruim 20 jaar in Parijs en kwam in salons die Belle ook bezocht: in één van haar brieven (nr. 2310) wordt Etta Palm genoemd – niet bij naam, maar als de “intrigante hollandaise”.
Vervolgens ging Josephine Rombouts (auteur van de bekende serie romans over Cliffrock Castle) in op de enorme indruk die alleen al de eerste paar zinnen van Belle van Zuylen’s eerste brief, in de bundel Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid (vertaling door Greetje van den Bergh) op haar maakten, toen zij als 19-jarige op kamers ging wonen en met het oog op dat nieuwe leven deze bundel aanschafte.
Tenslotte werd (het begin van) de website met de digitale editie Correspondance d’Isabelle de Charrière/Brieven van Belle van Zuylen onthuld en kort toegelicht. Daarbij lag enige nadruk op het feit dat het hier gaat om Work in Progress, en dus op de mogelijkheid – voor geïnteresseerden die vertrouwd zijn met de Franse taal, en belangstelling hebben voor literatuur en geschiedenis – om zich bij de verdere werkzaamheden te laten betrekken. Naast de “Nederlandse” zijn er nog alle andere brieven, waarvan de handschriften zich in Zwitserland (vooral) en elders bevinden: veel daarvan zijn inmiddels bewerkt, maar er is ook nog heel wat te doen….. Men wordt uitgenodigd om eventueel contact op te nemen met onderstaande adressen.
Noten
- Van Strien 2005, uitgewerkt tot een “biografie” van Belle van Zuylen’s jeugd in Nederland: Van Strien 2019.